Ontwikkeling van de baby 

DEELNEMEN AAN DE VERZORGING VAN DE BABY

Ontwikkeling van de baby

Ontwikkelingsgerichte zorg

Zintuigelijke ontwikkeling

De opname van je baby op de afdeling Neonatologie zorgt voor een plotse verandering van de omgeving waarin een (te vroeg) geboren baby groeit en zich ontwikkelt. In de baarmoeder is alles comfortabel. De baby ligt in een warm nestje, beschermd door vruchtwater waarin een baby zich rustig kan bewegen, alle geluiden worden gedempt en weinig licht binnentreedt. Buiten de baarmoeder is licht, geluid, zwaartekracht en onderbroken slaap. De hersenen van een prematuur of zieke baby zijn hier niet op voorbereid. De onrijpheid van een baby onder de 34 weken zorgt voor meer moeite in het aanpassen aan de omgeving.

De zorgverleners en de ouders moeten er daarom naar streven om een omgeving te maken die lijkt op de situatie in de baarmoeder en daarnaast de groei en ontwikkeling van je baby ondersteunt.

Om dit te bewerkstelligen, richten we ons op verschillende aspecten van je baby:

1. Het bevorderen van de ontwikkeling van je baby

Dit aspect richt zich op de interactie van baby’s met hun omgeving en hoe ze met ons communiceren. Met hulp van het medisch team leer je de behoeften van je baby kennen door het gedrag te observeren. Daarnaast leer je ook hoe je daarop kan reageren en hoe je ervoor kan zorgen dat je baby zichzelf gerust kan stellen. Dit heeft een positief effect op de ontwikkeling. Daarnaast zullen wij helpen de omgeving aan te passen aan de behoeften van je baby, terwijl we rekening houden met de leeftijd en gezondheid van je baby.

We moeten niet vergeten dat elke baby uniek is en eigen behoeften heeft. Daarom is het belangrijk dat je deelneemt in de zorg voor je baby.

Pasgeborenen laten verschillende soorten gedrag zien. Je ziet hoe ze wakker zijn, hoe ze in slaap gaan vallen, hoe ze prikkels ervaren, etc. Dit helpt je om te leren wat je baby nodig heeft.

Er zijn verschillen tussen a terme en prematuur geboren kinderen. Over het algemeen kunnen we bij a terme baby’s goed afleiden hoe ze wakker worden. Ze hebben betere tolerantie voor prikkels uit hun omgeving en betere zelfregulatie. Prematuur geboren baby’s slapen echter langer, zijn minder lang wakker,  worden meer beïnvloed door prikkels van buitenaf en hebben minder goede capaciteit voor zelfregulatie. Dit verandert wanneer je baby ouder wordt.

Hoe reageert jouw baby op de omgeving?

Om te kijken of je baby rustig is of niet, kunnen we zijn/haar fysieke reacties op de omgeving observeren. Dit kan zowel kalm als onrustig zijn:

KALM
  • Rustige hartslag en ademhaling, roze kleur.
  • Benen gebogen, vloeiende bewegingen, ontspannen handjes, grijpreflex.
  • Signalen van zelfregulatie: afwisselende perioden van diepe slaap en kalme alertheid, gefocuste blik, oriëntatie op stemgeluid, in slaap kunnen vallen in drukke omgeving, aanpassing van lighouding, grijpbewegingen, handen naar gezicht bewegen, zuigen.
ONRUSTIG
  • Veranderde ademhaling, bradycardie, hikken, misselijkheid, verandering van huidskleur.
  • Ongecoördineerde bewegingen, strekken van armen en benen, open handen, overstrekken van de rug, grimas in gelaat, fronsen, gebrek aan oogcontact.
  • Hyperactiviteit bij manipulatie, gebrek aan zelfregulatie.

Het is belangrijk om je baby altijd goed te observeren. Enkele gedragscomponenten zijn niet voldoende accuraat om de toestand van je baby te omschrijven.

2. Het verminderen van stress bij je baby

Een stressreactie van je baby is niet altijd negatief. Er bestaat ook positieve stress. Een voorbeeld hiervan is dat stijgende hartslag en stresshormonen helpen te anticiperen op een stressvolle situatie.

We spreken van aanvaardbare stress wanneer de reactie mogelijk veranderingen in het ontwikkelende brein kan geven, maar de stress beperkt blijft tot bepaalde situaties en er voldoende tijd voor herstel is, waardoor permanente schade aan de structuur en functie van het brein kan worden vermeden.

Er is sprake van toxische stress als de baby vaak een sterke en langdurende fysieke reactie heeft op een stressvolle situatie heeft. Dit type stress kan zorgen voor veranderingen in de bouw van de hersenen.

Wanneer we de tekenen van toxische stress leren herkennen, kunnen we ingrijpen om je baby te helpen om weer te herstellen naar een kalme staat, zodat jouw baby zich het best kan ontwikkelen.

3. Omgaan met pijn

Hoe is pijn in baby’s anders dan bij volwassenen?

Tegenwoordig weten we dat de pijnbeleving bij pasgeborenen, ook bij te vroeg geboren baby’s, al goed ontwikkeld is. Het herkennen en bestrijden van pijn is belangrijk voor de gezondheid van baby’s. Bovendien is het besef ontstaan dat pijnbestrijding bij pasgeborenen kan bijdragen aan een betere uitkomst op latere leeftijd. Door deze nieuwe kennis is er veel vooruitgang geboekt in de behandeling van pijn bij pasgeborenen. Pijn bij pasgeborenen verschilt wel van pijnbeleving bij kinderen en volwassenen. Redenen hiervoor zijn:

  • Minder remming van de pijnprikkel.
  • Lagere pijndrempel bij kortere zwangerschapsduur.
  • Hogere stresshormonen.

Helaas is niet alle pijn te voorkomen, omdat vooral in de eerste weken van een ziekenhuisopname vaak veel (mogelijk) pijnlijke handelingen nodig zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het prikken van een infuus, of bloedafnames. Het is wel belangrijk om ondanks deze handelingen de pijn te beperken. Als ouder kun je je baby hier heel goed bij helpen. Om de pijn te herkennen en troost te geven aan je baby zal je als ouder begeleid worden door de verpleegkundigen.

Herkennen van pijn

Het herkennen van pijn is voor een deel afhankelijk van het gedrag en de conditie van je baby. Ook de omgeving (zoals licht en geluid) kan het herkennen van pijn beïnvloeden. De verpleegkundigen gebruiken vaak een pijnscore om de pijn die ze bij je baby zien een cijfer te geven. Er bestaan verschillende pijnscores, zoals de Comfort score. Met de Comfort score kan de verpleegkundige de pijn inschatten door twee minuten naar een aantal kenmerken van de baby te kijken: alertheid, agitatie, ademhaling, bloeddruk, hartslag, huilen, lichaamsbeweging, spierspanning en gelaatsspanning.

HOE HERKEN JE ZELF PIJN BIJ JE BABY?

Omdat je baby nog niet kan praten, gebruikt je kind zijn gezicht, armen, benen, ademhaling en stemgeluiden om zich uit te drukken. Als een pasgeborene pijn voelt, kun je de volgende kenmerken zien:

  • Terugtrekken van zijn arm of been
  • Onrustige bewegingen met de armen of benen
  • Het maken van een vuist met zijn handen
  • Zweten van de handpalmen
  • Wenkbrauwen fronsen
  • Grimassen met zijn gezicht en/of huilen.

Ook kan de hartslag verhoogd zijn en een daling van het zuurstofgehalte in het bloed optreden. Baby’s die langdurig pijn hebben gaan echter weinig bewegen, reageren weinig op prikkels en zijn stilletjes. Ook dat zijn dus signalen voor pijn.

HOE KAN JE OMGAAN MET PIJN?

Behandeling van pijn: Ouders zijn belangrijke bondgenoten in de pijnbestrijding. Door jou als ouder te betrekken kan op een gepaste manier pijnbestrijding worden gegeven. Je kan meehelpen je baby te troosten op een van de volgende manieren. Je kan de pijn verzachten door je baby te laten zuigen op een fopspeen, te wiegen, door tegen je baby te praten of een hand op het hoofd en/of de billen te leggen en zacht te wiegen. Naast het troosten door jou als ouder kunnen we je baby medicijnen geven om de pijn te bestrijden. Als bij je baby bloed moet worden afgenomen of een infuus moet worden geprikt, geven we vooraf wat sucrose in de mond. Dit is een suikeroplossing die pijn en stress vermindert. De sucrose wordt via de mond toegediend en geeft geen bijwerkingen. Als je baby wat langer pijn heeft, kunnen we paracetamol geven. Dit kan oraal (via een drankje), via het infuus of via een zetpil gegeven worden. Sterkere pijnmedicatie is bijvoorbeeld morfine of fentanyl. In de gebruikelijke doseringen zijn deze medicijnen veilig te gebruiken. Als morfine langer dan vier à vijf dagen wordt gebruikt, moet dit stapsgewijs worden afgebouwd om onttrekkingsverschijnselen te voorkomen. Op de lange termijn is er geen negatief effect van het gebruik morfine op de neurologische ontwikkeling van een baby.

Zie ook het artikel “Troosten van je kind”.

4. Zorgen voor comfort

Positioneren

Begrenzen is een manier van strelen die een baby het meest waardeert, zeker wanneer hij/zij erg klein of prematuur is. De zenuwuiteinden zijn nog niet voorbereid op veel stimulatie en het strelen zoals we dat kennen kan zorgen voor teveel prikkels. Begrenzen bestaat uit het ondersteunen van het lichaam van je baby met jouw handen door hoofd, benen en/of armen in een gebogen positie te brengen.

Het doel van deze positionering is om voor je baby een natuurlijke houding aan te nemen om zo het spier- en gewrichtsstelsel te helpen ontwikkelen en ook het aantal houding-gerelateerde complicaties te verminderen. Houdingsveranderingen zouden bij alle pasgeborenen moeten worden toegepast maar zeker wanneer je baby prematuur is of gesedeerd. Baby’s kunnen dan namelijk nog niet zelf een goede houding aannemen.

Nestje

Buiten een handdoekrol/bumper, een flexibele rol die als een ‘nestje’ wordt neergelegd om je baby helemaal rondom te ondersteunen, zijn er ook speciaal ontwikkelde nestjes zoals de ‘snuggle’. Snuggles gebruiken we om je baby beter te positioneren en te ondersteunen. Het is de bedoeling dat de billen van je baby tegen de opstaande rand liggen en de benen gebogen zijn. Eén van de banden van het nestje wordt over de schouder geplaatst en de andere band over de heupen. Als je baby op de zij ligt, bevinden zijn handen zich bij het gezicht en de voeten kunnen op elkaar gelegd worden of naar elkaar toegebracht worden.

De ‘Frog’ is een korreltjeszak, die bedoeld is om je baby te ondersteunen (te helpen bij het positioneren). De frog kan rond het hoofd, de heupen of tegen de billen geplaatst worden. Je kunt ook delen gebruiken als ondersteuning van een arm of been van je baby. Ook kan de frog gebruikt worden als een extra set handen tijdens de verzorging of om je baby te ondersteunen bij het in slaap vallen.

Een nestje helpt je baby middels een gevoel van ondersteuning en veiligheid. Naarmate je baby meer groeit zal hij/zij meer ruimte nodig hebben om vrij te bewegen.

Verschillende houdingen
Aanraken van je kind

Als je de doek/cover voorzichtig optilt, de deurtjes zacht opent en je handen op je baby legt, kun je voorzichtig contact maken met je baby. Dit kun je doen door zachtjes te praten en de baby aan te raken op de volgende manier. Je legt je handen voorzichtig, maar stevig op het hoofdje en de billen van de baby. Deze druk met vaste hand ervaart een kind als prettig terwijl lichte aanrakingen, zoals strelen, je baby vaak als onprettig ervaren kan. Bouw het aanraken ook weer af door de handen één voor één weg te halen als je baby rustig is. Ook als je baby onrustig is, helpt het om hem/haar op deze manier aan te raken.

Rust

Rust is essentieel voor de ontwikkeling van je baby. Zo vaak mogelijk zal slaap en rust van je baby worden bevorderd. Bij zeer prematuur geboren baby’s is het soms moeilijk om slaap en wakker zijn van elkaar te onderscheiden, waardoor je niet weet of hij/zij klaar is om verzorgd te worden. Tot 32 weken worden premature baby’s niet spontaan wakker. Bij 38-40 weken kunnen baby’s zelf wakker worden en langer vast slapen. Om het slaap-waakritme ook bij premature baby’s te bevorderen, wordt aangeraden om met lichte lichtintensiteit het dag-nachtritme na te bootsen. Dit kan in cycli van 12 uur, maar moet langzaam en individueel worden opgebouwd.

5. Hechting

In je zwangerschap praatte je waarschijnlijk al tegen je kind, je streelde je buik. Min of meer onbewust was je zo al bezig een band met je kind op te bouwen. Zolang je kind in het ziekenhuis ligt, heeft hij te maken met veel mensen om zich heen. Dat maakt een goede hechting moeilijker. Toch is er ook op de afdeling neonatologie al aandacht voor hechting tussen jou en je kind. Lichamelijk contact wordt gestimuleerd en je krijgt uitleg over de signalen die je kind laat zien, zodat je daar goed op kunt reageren. Door steeds op dezelfde manier op je kinds signalen te reageren, word je voorspelbaar voor je baby. Dat is ongelooflijk belangrijk, nu en voor de rest van zijn leven. In de eerste weken zet je kind met jouw hulp een belangrijke stap bij het opbouwen van vertrouwen in zichzelf (‘Ik kan laten merken wat ik nodig heb’) en in zijn ouders (‘Ze begrijpen me en zorgen voor me’). 

Contact maken met je kind is heel belangrijk voor de groei en ontwikkeling. De kleine momenten van contact in het begin, leren hem jou te herkennen als degene bij wie hij echt hoort. Je baby herkent bijvoorbeeld jouw geur en je stem. Dit contact maken is ook voor jezelf belangrijk om een begin te maken met de hechting aan je kind. Je leert elkaar kennen en ook nu al begrijpen. Zo zien veel ouders snel welke houding hun kind prettig vindt, hoewel je kind nog niet zo gericht kan bewegen als reactie op aanraking. Heel vroeg geboren kinderen huilen vaak nog zonder geluid, maar je ziet wel spanning of verdriet op hun gezicht bij ongemak of pijn. Je kunt je kind dan troosten met jouw stem, een aanraking of huid-op-huid-contact. Leg bijvoorbeeld je warme hand op zijn billen, zijn buik, op zijn hoofd of tegen zijn voeten. Praat ondertussen op zachte toon of zing een liedje. Je kind zal er rustig van worden. Probeer aan te voelen wat je kind aankan en wat hij nodig heeft. Door goed naar hem te kijken leer je signalen in zijn gedrag herkennen. Zo kun je je eigen reacties daarbij laten aansluiten. Op de afdeling word je daarmee geholpen.

Als je hebt ontdekt wat troostend is, kun je je kind zo ook ondersteunen bij medische ingrepen die onplezierig of pijnlijk voor hem kunnen zijn. Zie ook het artikel “Troosten van je kind”.

Baby van 37 weken en ouder (à terme)

Oogcontact maken

Ziek, te vroeg en te licht geboren kinderen maken, in vergelijking met op tijd en gezond geboren kinderen, veel minder oogcontact. In ieder geval in de eerste weken. Ze bewegen ook minder en huilen zacht. Maak je geen zorgen, dat is normaal. Wel kun je zelf proberen oogcontact te maken, ook door de couveuse heen. Dim het liefst het licht; bij fel licht is je kind geneigd zijn ogen dicht te knijpen. De ontwikkeling van oogcontact is belangrijk in het opbouwen van een hechte ouder-kindband. Geduld hebben hoort erbij; volg het tempo van je kind. Als je kind zijn ogen even afwendt of sluit, gunt hij zichzelf rust om prikkels te verwerken. 

Ook bestaat er een verschil tussen kijken en zien. In het begin kijkt je kind naar jou, maar richt hij zich bijvoorbeeld ook naar het licht. Pas later gaat je baby bewuster waarnemen en leert hij echt zien. 

Darmkrampjes/buikmassage

Darmkrampjes komen veel voor bij baby’s. Gemiddeld is de piek van darmkrampjes op de leeftijd van 6 weken en zijn de darmkrampjes bij 12-16 weken weer weg.

De verschijnselen van darmkrampjes kunnen per kind verschillen, maar de meeste baby’s huilen, persen, hebben opgetrokken benen en hebben last van winderigheid. Dit kan je als ouder een vervelend en machteloos gevoel geven. De precieze oorzaak van darmkrampjes is niet bekend. Waarschijnlijk worden darmkrampjes door meerdere factoren tegelijk veroorzaakt. Verschillende mogelijke oorzaken zijn onderzocht in studies:

  • Complicaties tijdens de bevalling
  • Laag geboortegewicht
  • Type voeding en flesvoeding
  • Maag-darmbewegingen
  • Roken van de ouders
  • Psychologische factoren voor en na de bevalling

Er is geen effectieve behandeling met medicijnen bekend, maar je kunt als ouder wel zorgen voor ontspanning en rust bij je kind tijdens darmkrampjes. Buikmassage is een van de handelingen die je als ouder kan doen om je je baby rustig te krijgen. Met buikmassage zorg je voor ontspanning, rust en een betere vertering van het voedsel.

Stappenplan buikmassage:

Andere dingen die je bij darmkrampjes kunt doen, zijn: een warme hand op de buik van je kind leggen, buidelen, je kind bij je dragen in een draagdoek of je kind inbakeren.

Kinderfysiotherapie

Kinderen die te vroeg, te licht, of ziek geboren zijn hebben hun ouders hard nodig om de omgevingsprikkels aan te passen en om hun reacties daarop te helpen reguleren. Een kinderfysiotherapeut kan je daarbij begeleiden. Daarnaast kan een kinderfysiotherapeut je goed advies geven hoe je je kind kan uitdagen in de volgende stap in zijn ontwikkeling. De kinderarts of jeugdarts kan je hiernaar verwijzen. Kinderfysiotherapie wordt vergoed vanuit het basispakket van de zorgverzekering.