DEELNEMEN AAN DE VERZORGING VAN DE BABY
Onderzoeken
Bloedonderzoek
Tijdens de opname van je baby op de afdeling neonatologie wordt er regelmatig bloedonderzoek bij je kind gedaan. Dit wordt gedaan door een prik in de hiel of bloedafname bij het prikken van een infuus. Bloedonderzoek kan nodig zijn om bijvoorbeeld het glucosegehalte (suikergehalte) of de gele stof (bilirubine) in het bloed te controleren of de aanwezigheid van een infectie uit te sluiten. Bij verdenking op een infectie wordt er ook altijd een bloedkweek afgenomen. De uitslagen krijg je te horen via de arts. De uitslagen kunnen soms enkele dagen op zich laten wachten.


Röntgenfoto
Bij een röntgenfoto wordt gebruik gemaakt van röntgenstralen. Deze röntgenstralen gaan door het lichaam heen en maken de verschillende lichaamsdelen, zoals bijvoorbeeld botten, zichtbaar. Door middel van het maken van een röntgenfoto kan de radioloog of de kinderarts de aard van de aandoening vaststellen. Ook kan de arts bekijken hoe de posities zijn van de ingebrachte sonde, drains, lijnen en tubes. Het onderzoek vindt vaak plaats op de afdeling, de laborant legt je kind op een röntgenplaat. De laborant maakt de foto die op het röntgenapparaat worden opgeslagen. Je kunt tijdens het onderzoek meestal in de buurt van je baby blijven. Je krijgt dan een loodschort voor of moet op gepaste afstand blijven. De arts zal je de uitslag geven zodra deze bekend is, vaak is dat binnen een aantal uur.
Gehoortest (ALGO)
Met deze test kunnen afwijkingen aan het gehoor worden opgespoord. Een goed gehoor is belangrijk voor de taalontwikkeling. Aangeboren gehoorverlies komt bij 1 op de 1000 gezonde pasgeborenen voor. Bij baby’s die op de afdeling Neonatologie hebben gelegen, komt gehoorverlies vaker voor. Iedere pasgeboren baby in Nederland krijgt een gehoortest aangeboden. Dit gebeurt meestal in de eerste levensweek, afhankelijk van het ziekenhuis wordt het in het ziekenhuis of thuis verricht. Als je baby vanuit een NICU is overgeplaatst, dan is de gehoortest daar al uitgevoerd of krijg je een oproep om de gehoortest op een later tijdstip daar te laten afnemen.
Vind meer informatie op de website van het RIVM.

Neonatale screening (Hielprik)
Afhankelijk van de geboortetijd wordt er bij je baby bloed afgenomen op de derde of vierde dag na de geboorte. Dit onderzoek wordt bij alle baby’s in Nederland gedaan om te onderzoeken of ze een zeldzame ziekte hebben. Denk bijvoorbeeld aan een ziekte van de stofwisseling of van het bloed. De screening van het hielprikbloed levert belangrijke informatie op over een aantal ernstige ziektes. Vroegtijdige opsporing hiervan is belangrijk om schade te voorkomen. Op de hielprikkaart zijn er keuzemogelijkheden voor jou als ouder.
Wij gaan ervan uit:
Wil je niet geïnformeerd worden over het dragerschap of heb je wel bezwaren tegen het bewaren van het bloed voor wetenschappelijk onderzoek? Vertel dat dan aan de kinderarts of de verpleegkundige die voor je baby zorgt. Laat dit zo snel mogelijk weten. Meer informatie? Ga naar de website van het RIVM.

Echografie
Echografie is een onderzoek dat door middel van ultrageluidsgolven beelden maakt van een deel van het lichaam. De beelden zijn te zien op een beeldscherm. Het onderzoek is onschadelijk en niet pijnlijk. Je krijgt niet meteen een uitslag als het onderzoek gedaan is. De uitslag wordt je op een later tijdstip verteld door de arts.
De meeste voorkomende echo’s zijn een echo van de schedel en een echo van de heupen. Bij een echo van de schedel worden de hersenen en de hersenkamers in beeld gebracht om eventuele afwijkingen op te sporen. Een echo van de schedel wordt gemaakt bij prematuren jonger dan 32 weken en/of geboortegewicht onder 1500 gram. Daarnaast komen baby’s, waar mogelijk een zuurstoftekort rondom de geboorte is opgetreden, in aanmerking voor een echo van de schedel.
Een echo van de heupen wordt gemaakt bij je baby als deze in stuitligging heeft gelegen of als er heupdysplasie in de familie voorkomt. Deze echo wordt gemaakt bij een poliklinische afspraak.